Drie tips voor materialen om verschillende communicatieve functies uit te lokken

materiaal-doktertjedoor Anja Scheffer

Ik ontdek altijd weer nieuwe mogelijkheden met de materialen uit mijn kast
Hieronder deel ik 3 tips voor materiaal waarmee je verschillende communicatieve functies kunt uitlokken. Waarschijnlijk heb je deze materialen al in je praktijk, ik laat je nieuwe mogelijkheden zien.

Drie tips voor materialen om verschillende communicatieve functies uit te lokken

Bij het werken aan de communicatieve functies is het belangrijk om situaties te kiezen waarin het heel natuurlijk is om de betreffende communicatieve functie te gebruiken. Ik heb eerder een blog geschreven met drie tips voor het behandelen van pragmatische problemen.

Hiermee kun je heel makkelijk situaties creëren om de communicatieve functie uit te lokken:

1. Dokterskoffertje of tandartssetje
De een is dokter/tandarts en de ander is patiënt. Zorg dat je zelf altijd eerst de rol speelt waarbij je de communicatieve functie kunt modellen. De volgende communicatieve functies kun je hierbij uitlokken of aanbieden:

    • Vragen om informatie: dokter/tandarts vraagt om informatie, bijv. “Waar heb je pijn?“
    • Vragen om verduidelijking of herhaling: dokter of tandarts vraagt aan de patiënt die met zijn mond open zit of voorovergebogen zit “Wat zeg je?”
    • Vertellen wat je van plan bent te gaan doen, bijv. “ik ga je nu een prikje geven”.
    • Vragen wat de ander van plan is: patiënt vraagt aan dokter “Wat ga je doen?”

materiaal-zand

2. Klei of zand of constructiemateriaal

    • De aandacht vestigen op iets bijv. “Dat is een slang!”
    • Vragen om een voorwerp: “Mag ik het schepje?” Als je dit als doel hebt, zorg dan dat jij de spulletjes hebt die het kind graag zou willen hebben zodat hij ook echt wat te vragen heeft.
    • Vertellen wat je van plan bent te gaan doen, bijv. “Ik maak een monster”.
    • Vragen wat de ander van plan is te gaan doen: “Wat ga jij maken?”

3. Schermspel – bijvoorbeeld met Make ‘n’ Break, Lego, blokken, of papier en potloden

    • Vragen om uitleg: leg het materiaal op tafel, zeg tegen het kind “Begin jij maar” zonder eerst uitleg te geven.
    • Vragen om herhaling: praat expres onduidelijk of maak lawaai tijdens de instructie.
    • Vragen om verduidelijking: “Waar moet ie precies?”
    • Vragen naar de naam van iets: gebruik een woord dat het kind niet kent.

Ik gebruik bij deze doelen altijd de Communikaarten © als visuele ondersteuning. Dit is voor het kind een reminder van het doel en je kunt een kopie aan ouders of leerkrachten meegeven. Zo zorg je ervoor dat je doelgericht bezig bent en er ook transfer kan plaatsvinden naar andere situaties.

Ik wens je weer veel behandelplezier!


Geïnspireerd door deze tips?

Meld je aan en ontvang Anja’s inventieve behandelideeën voortaan per mail.